Gesitueerd in de provincie Gansu tussen Turpan en Lanzhou en omringd door de Gobi en de Taklamakan woestijn, vinden we de karavaanstad Dunhuang. Vroeger een handelsplaats op de belangrijke zijderoute tussen China en het Westen, vandaag de dag een toeristische trekpleister voor iedereen die een bezoek wil brengen aan de schitterende Mogao grotten.
Dunhuang was niet alleen een belangrijk handelscentrum, maar ook een plaats voor de uitwisseling van religieuze, culturele en artistieke ideeën. Via de Zijderoute kwamen er heel wat monniken uit India en Centraal Azië naar China. Het was de plaats waar ze zich verdiepten in de Chinese taal en cultuur, om daarna verder te reizen naar Centraal Azië. In de 3e en 4e eeuw werden er heel wat Boeddhistische gemeenschappen opgericht van zowel buitenlandse als Chinese monniken. Deze mensen hielden zich vooral bezig met het vertalen van Boeddhistische geschriften, die vanuit Dunhuang weer verder binnen China verspreid werden. Men kan zeggen dat Dunhuang dé bloeiplaats voor Boeddhistische kunst was geworden in de 5e eeuw.
De grote zandduinen aan de rand van de stad kun je per fiets of riksja bezoeken. Hier kun je een kamelentocht maken, een buggytocht, een beklimming van een van de duinen om er later vanaf te glijden of een vlucht boven het gebied maken. Vooral bij zonsondergang is het een onwezenlijk decor.