Dit is een unieke kans om buiten de bekende routes te lopen en iets mee te maken van het leven in de bergen. De vallei van Lares is een weinig toegankelijk gebied en vooral in de hoger gelegen gedeeltes erg arm. Mensen verbouwen er voornamelijk aardappelen, in de lagere delen ook mais, bonen, bieten. De route is interessant vanwege de hoogte, mooie uitzichten, kuddes lama´s en alpacas, rust, het pure natuurlijke, de kleine dorpjes met mooie, vriendelijke mensen.
De tocht is behoorlijk inspannend, je loopt op redelijk grote hoogte, waarbij je over een pas van 4420 m trekt. Er gaan dragers mee voor de kampeeruitrusting en de maaltijden.
Zelf draag je je persoonlijke bagage (als je wilt, kun je een drager huren, zodat je alleen een dagrugzakje hoeft te dragen). De tocht voert door ongerepte natuur. Je loopt langs riviertjes en begroeide hellingen; als je hoger komt zie je de kale flanken en heb je prachtige uitzichten op meertjes en besneeuwde toppen. De paden worden ook gebruikt door de lokale bevolking die met paarden of lama’s hun koopwaar naar de markt brengen, zodat je zeker leuke ontmoetingen zult hebben. We overnachten op het erf van de lokale bevolking of op idyllische plekjes aan het water.
Dag 1
In Cuzco nemen we ’s ochtends vroeg de bus naar het dorpje Lares, gelegen op zo’n 3000 meter. Er heerst hier een aangenaam klimaat en overal staan fruitbomen. De wandeling gaat in bijna vier uur geleidelijk omhoog naar het dorpje Concani op bijna 3700 meter, waar we kamperen op het erf van een lokale familie. Onderweg zien we veel vrouwen die in de weer zijn met het prachtige rode weefwerk dat zo typisch is voor deze streek.
Dag 2
Vanuit Concani start een pittige wandeling! We beginnen met een klim van zo’n twee uur. We passeren een waterval en komen langs een aantal meertjes waar vaak andesganzen te zien zijn. Overal zie je kuddes lama’s. We stijgen nog verder naar de Kkochuyckazapas op 4240 m, waarvan je een adembenemend uitzicht hebt op de omgeving. Aan alle kanten zie je besneeuwde bergtoppen en gletsjers. Vervolgens dalen we af naar het dorpje Kishuarani op 3670 meter, waar we lunchen. Na de lunch lopen we nog ruim anderhalf uur tot aan een schitterend meer even voorbij een waterval, waar we ons kamp opslaan.
Dag 3
Met het opkomen van de zon verandert de kleur van het bergmeer. Na een frisse wasbeurt lopen we langzaam omhoog tot aan de pas Pachacutec op 4420 meter. Na dit hoogtepunt dalen we alleen nog maar. We komen door gehuchtjes en hebben uitzicht op de vallei van Chinchero. Onderweg stoppen we voor een picknick en eindigen in het dorpje Huarán (2830 m) in de heilige vallei van de Inca’s. Daar nemen we het openbaar vervoer terug naar Cusco.