Welke weg je ook neemt naar Daspan, je reist door een prachtig gebied met vele kleine dorpjes in een mooi landschap en kleurrijke volksstammen. Het leven is hier nog zoals het al eeuwen lang is en de moderne tijd heeft hier nog nauwelijks zijn sporen achter gelaten. Je moet onderweg beslist een keer uitstappen als je langs een markt komt. Het is een ongekend bont spektakel. De mensen dragen hier nog traditionele kleding en sieraden, die een lust zijn voor het oog. Je merkt aan de mensen dat buitenlanders hier niet vaak komen; je wordt van alle kanten nieuwsgierig bekeken en men is hier vriendelijk en aardig.
Het dorp Daspan het charmante, vervallen kasteel Durjan Niwas, is sfeervol. Lokale ambachtslieden maken hier nog hun traditionele producten, als houtsnijwerk, smeden van landbouwwerktuigen, aardewerk en dergelijke in kleine open werkplaatsen in de smalle straten van Daspan. Direct buiten het dorp wonen twee lokale stammen, te weten de Ribari en de Bhil. De Ribari (mensen die buiten het dorp wonen) zijn de kleurrijkste van de twee. De vrouwen dragen hun typerende rijen witte armbanden en hun handgemaakte kleding van veelkleurig textiel. Ze leven voornamelijk van de veeteelt en aan het eind van de dag zie je de herders met hun geiten weer terugkeren in het dorpje van vaak nog eenvoudige hutten.
De Bhil volksstam woont aan de andere kant van het dorp en ook dit zijn voornamelijk lemen huisjes met soms wat eenvoudige decoratie aan de buitenkant. De vrouwen zijn vaak in het begin wat schuwer dan de Ribari, maar dat went snel. Ook hier merk je dat er nog maar weinig buitenlanders geweest zijn. Het dorp heeft door zijn afgelegen ligging, veel aan authenticiteit behouden en is beslist de omweg waard.
Deze twee kleurrijke leefgemeenschappen net buiten Daspan zijn alleen te bezoeken met een lokale gids, die bij een bezoek aan Daspan met Passaat verre reizen is inbegrepen.
Lees meer